Na de geboorte van de Heere Jezus komen er een paar mannen uit het Oosten in Jeruzalem. Ze worden de wijzen genoemd. Zij hadden een ster aan de hemel zien staan die volgens hen betekende dat er er een hele belangrijke Koning bij de Joden was geboren. Daarom gingen ze ook naar Jeruzalem, de belangrijkste stad van de Joden. Daar zouden ze vast die geboren Koning vinden. Maar toen ze daar kwamen, zat daar Herodes op de troon. Toen hij begreep waarvoor ze kwamen, werd hij bang én nieuwsgierig naar deze Koning. De Schriftgeleerden vertelden hem dat de Koning van de Joden, de Messias in Bethlehem geboren zou moeten worden. Dat vertelde Herodes tegen de wijzen. Ook vroeg hij ze om het te komen vertellen als ze de Koning hadden gevonden. Hij zéi dat hij ook die Koning wilde aanbidden, maar stiekem wilde hij deze Koning juist kwaad doen. Maar God wist dit en hij vertelde de wijzen in een droom dat ze niet meer terug moesten gaan naar Herodes, maar na hun bezoek aan het kindje Jezus gelijk terug moesten gaan naar hun eigen land. En dat deden ze.

Vandaag willen we niet de wijzen in het zonnetje zetten, maar de Ster die ze hebben gevolgd, de weg heeft gewezen naar Bethlehem waardoor zij het kindje Jezus hebben mogen aanbidden. In Mattheus 5: 16 staat: 

Laat uw licht zo schijnen voor de mensen, dat zij uw goede werken zien en uw Vader, Die in de hemelen is, verheerlijken.

Kijk onder de verdieping om het Licht van God, samen met de kinderen, ook zichtbaar te maken in de mensen om ons heen.